Situatie:
Door het maken van schetsen van de concepten en deze te onderbouwen tonen we de visuele en inhoudelijke informatie over onze concepten aan. Dit is te onderbouwen met spuugmodellen, hiermee kan je de werking aantonen. Ook kun je de vormgeving en plaats testen; ziet het er goed uit, past het? Deze hebben wij gemaakt en staan bij ‘activiteiten’ beschreven.
Taak:
Tijdens deze fase heb ik me bezig gehouden met het inhoudelijk uitwerken van de concepten. De werking en uitleg heb ik helemaal uitgewerkt. Ook heb ik beschreven hoe we onze ontwerpvisie gekoppeld hebben aan de conceptfase, het DNA van de Yezz vastgesteld en de principes uitgelegd. Hiernaast heb ik meegeholpen aan het bouwen van de spuugmodellen en heb ik het Poster voor de eindpresentatie gemaakt.
Activiteit:
We zijn begonnen met nog eens duidelijk het DNA van de Yezz op een rij zetten en de gedachten achter onze ideeën, de ontwervisie. Na dit gedaan te hebben zijn we begonnen met het uitwerken van de ideeën tot concepten en concepttekeningen. Deze hebben we vervolgens uitvoerig beschreven en hier hebben we een bijpassende wegingsmatrix gemaakt. Nadat we de werking vast hadden gesteld hebben we hiervan per concept een spuugmodel gemaakt en hebben we een eindconcept gekozen. Ten slotte kwam alles samen tot een presentatie.
- DNA en ontwerpvisie
- Conceptvisie
- Concept 1; Tazz
- Concept 2; Weekendtas
- Concept 3; Oprolhoes
- Spuugmodellen
- Gekozenconcept
- Presentatie
- Reflectie
Resultaat:
Onze begeleider was erg tevreden over onze voortgang en resultaten. Waar we wel een opmerking over kregen was dat onze presentatie minder goed was dan de afgelopen keer, dus hier kan aan gewerkt worden. Hiernaast twijfelde hij ook of ons concept bij een gewicht aan de achterkant om zou vallen. Dit moeten we nog even goed uitzoeken en er voor zorgen dat dit niet gaat gebeuren.
Reflectie:
· Specifiek; Is de doelstelling eenduidig?
Tijdens deze fase ben ik er achter gekomen dat ik veel een leidende rol op neem. Dit kan voordelig zijn voor de groep, maar ook nadelig. We zijn nu nog wel studenten en ik ben niet hun baas, maar we zijn collega’s. Wat nu het geval dus is, is dat ik te veel aan het sturen ben. Hierdoor doen ze wat ik ze als taak geef. Zodra dit gedaan is weten ze niet wat ze moeten doen. Ik neem ze dus als het ware wat verantwoordelijkheidsgevoel af. Het probleem nu is dat de jongens zelf nog geen initiatief nemen om actie te ondernemen. Ik zal hier duidelijker in moeten zijn tegenover mijn groep.
· Meetbaar; Onder welke (meetbare/ observeerbare) voorwaarden of vorm is het doel bereikt?
Dit doel zal ik bereiken als ik dit met mijn groepsleden bespreek en zelf wat minder de leiding zal nemen, zodat het over de groep verdeeld is. Dit zal mij een stuk werk schelen en de anderen hebben dan zelf ook wat meer grip.
· Aanvaardbaar; Is deze acceptabel genoeg voor de doelgroep?
Dit is zeker acceptabel voor de doelgroep. Zodra de verantwoordelijkheid en het nemen van initiatief binnen de groep bete verdeeld wordt, zal de hiërarchie binnen de groep beter worden. We weten dan van elkaar wat iedereen doet en hoeveel iedereen doet.
· Realistisch; Is het doel haalbaar?
Het doel is haalbaar binnen mijn groep. Ik weet dat het jongens zijn die hard kunnen werken en er niet met de pet naar gooien. Met wat sturing van elkaar kunnen we dit snel oplossen.
· Tijdgebonden; Wanneer (in de tijd) moet het doel bereikt zijn?
Dit doel moet bereikt zijn aan het einde van het blok. Ik wil dan graag geleerd hebben om de stof goed per groep te kunnen verdelen.
Toepassing:
Als ik later in het bedrijfsleven in een groep samen moet werken of gewoon met collega’s zal ik hier mee te maken krijgen. Er worden dingen van mij verwacht en ik verwacht dingen van andere mensen. Zodra ik weet hoe we dit onderling goed kunnen verdelen weet iedereen wat hij aan elkaar heeft. Zo zullen de onderlinge spanningen laag blijven en versterkt dit de productiviteit weer!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten